Epilepsie

Epilepsie

Bij een epileptische aanval ontstaat een ongecontroleerde ontlading van signalen in een deel van de hersencellen, een soort kortsluiting. Er worden twee soorten aanvallen onderscheden. Het is nuttig je te informeren over hetgeen je kunt doen als iemand een aanval krijgt.

Specifieke vragen?
Wat is epilepsie?

Alles wat we doen en laten, denken en voelen, zien, horen, proeven en ruiken wordt gestuurd vanuit de hersenen. De hersenen bestaan uit miljarden hersencellen, die georganiseerd zijn in verschillende delen of netwerken.

Elk netwerk heeft zijn eigen taak (ruiken, bewegen, zien,…). De hersencellen wisselen continu boodschappen uit via elektrische signalen.

Bij een epileptische aanval ontstaat een ongecontroleerde ontlading van signalen in een deel van de hersencellen, een soort kortsluiting.

Een kortsluiting in een bepaald deel van de hersenen, heeft effect op de taken die dat deel regelt. Zo kan het zijn dat iemand zijn been niet meer normaal kan bewegen of vreemd gaat praten.

Er wordt pas gesproken van epilepsie wanneer iemand meerdere epileptische aanvallen heeft gehad en wanneer de oorzaak in de hersenen ligt.

Er zijn verschillende soorten aanvallen die onderverdeeld worden in twee hoofdgroepen: partiële aanvallen en gegeneraliseerde aanvallen.

Partiële aanvallen

Bij partiële aanvallen is maar een deel van de hersenen betrokken. Sommige mensen maken een aanval bewust mee, terwijl anderen niet goed weten wat er gebeurt. Partiële aanvallen zijn verder onder te verdelen in:

Eenvoudig partiële aanvallen
Lichte aanval die bewust wordt meegemaakt, zoals bijvoorbeeld even met een arm of been trekken.

Complexe partiële aanval
Tijdens een aanval zijn mensen even afwezig. Men gaat vaak prutsen aan kleren, kauwen, smakken of slikken.

Secundair gegeneraliseerde aanval
De aanval begint in een deel van de hersenen (partieel) maar uiteindelijk raken de gehele hersenen (gegeneraliseerd) betrokken.

Gegeneraliseerde aanval

Bij gegeneraliseerde aanvallen zijn de gehele hersenen vanaf het beging van de aanval betrokken. Mensen verliezen bijna altijd het bewustzijn. Ze weten dus achteraf niet meer wat er tijdens de aanval is gebeurd. Gegeneraliseerde aanvallen zijn verder onder te verdelen in:

Absence
Korte aanval waarbij men even afwezig is. Anderen merken de aanval vaak niet op of denken dat iemand zit te dagdromen.

Myoclonische aanvallen
Korte aanval waarbij het lichaam plots begint te schokken, soms het hele lichaam maar meestal alleen de armen of benen.

Tonisch-clonische aanvallen
Deze aanval wordt ook de ‘grote aanval’ of ‘grand mal’ genoemd. Tijdens de aanval verkrampen de spieren en begint men te schokken. Vervolgens verslappen de spieren.

Atonische aanvallen
De spieren verslappen, waardoor men plots kan vallen.

De duur van een aanval kan sterk verschillen van enkele seconden tot meerdere minuten. Bij een aanval die langer dan 5 minuten duurt, moeten de hulpdiensten verwittigd worden.

Wanneer een aanval langer dan 20 minuten duurt of als aanvallen elkaar snel opvolgen, zonder dat iemand tussendoor wakker wordt, spreekt men van een status epilepticus.

Mensen met epilepsie kunnen een aanval soms voelen aankomen. Dit voorgevoel wordt een aura genoemd. Signalen die op een aanval kunnen wijzen zijn:

  • hoofdpijn;
  • duizeligheid;
  • vreemd gevoel in de maag;
  • prikkelbaarheid;
  • veranderde geur.

Mensen kunnen zich dan soms nog in veiligheid brengen door bijvoorbeeld ergens gaan te liggen.

De behandeling van epilepsie is gericht op het voorkomen van aanvallen. Bij ongeveer 70 procent van de mensen kunnen de aanvallen onderdrukt worden met medicatie. Wanneer medicatie niet helpt kunnen soms andere behandelingen overwogen worden zoals:

  • een operatie;
  • diepe hersenstimulatie (DBS);
  • nervus vagus stimulatie (NVS);
  • een ketogeen dieet.

Lees meer

Lees minder

Er zijn momenteel geen beschikbare producten gevonden voor deze categorie!
Contactformulier
Voornaam:
     
Achternaam:
     
Email:
     
Jouw vraag / opmerking: